User:Jeroen Van Loo

From Wikinews, the free news source you can write!
Jump to navigation Jump to search

De verzamelpagina ivm. het groepswerk voor Politiek van Japan.
Auteurs: Jeroen Van Loo & Thomas Somville.

Basisonderwerp[edit]

Het artikel dat wij gaan construeren beschrijft de Relaties tussen Japan & China. We gaan ons toespitsen op Politiek , Economie & Culturele Uitwisseling. We gaan ook een onderscheid in de tijd hanteren. Namelijk :

  • Pre-Koizumi
  • Koizumi
  • Post-Koizumi

Onder Post-Koizumi verstaan we het huidige beleid mbt China onder Premier Abe.

  • De Rolverdeling is als volgt : Jeroen behandeld de periode Voor Koizumi & Thomas de Periode na

koizumi.

  • Er staat nog geen inhoud onder de tittels omdat we besloten hebben de inhoud eerst in een tekstverwerker uit te typen.
  • We zullen mondjesmaad de getypte tekst in dit artikel gaan verwerken.
  • Naast websites als wikinews hebben we tal van geschreven bronnen geraadpleegt (literatuur,artikels etc.).De bronvermelding hiervoor zal in een apparte sectie onderaan gebeuren.

Opmaak Artikel[edit]

De Relaties tussen China & Japan van 1945 tot 2001[edit]

In ons Artikel zullen we bespreken hoe de actuele relaties tussen China & Japan onder Premier Koizumi tot stand zijn gekomen en hoe deze onder de nieuw Premier Abe verder aan het evolueren zijn. Om hier toe te komen dienen we echter eerst een overzicht te geven van hoe beide landen na Wereldoorlog twee zich tot elkaar verhielden en hoe dit evolueerde tot Koizumi in 2001 aan de macht kwam in Japan. We Beginnen dan ook met een Historisch Overzicht na 1945.

Diplomatieke Relaties[edit]

Het spreekt voor zich dat in 1946 de diplomatieke betrekkingen tussen Japan en China op een historisch dieptepunt waren beland. Japan had zich tijdens zijn bezetting van China (1937-1945) schuldig gemaakt aan vele wandaden tegenover het Chinese volk (Nanking , 1937). De verhoudingen tussen beide landen worden tot op de dag van vandaag getekend door dit verleden.

Na de Oorlog kozen beide landen voor een ander economisch stelsel. Ondanks de communistische machtsovername in China streefde Japan (dat tot het kapitalistische blok behoorde) consequent een goede nabuuurschap met China na. Premier Yoshida was er zelfs van overtuigd dat een welvarend China een goede economische partner zou kunnen zijn. Japan zat echter vast aan de Verenigde Staten dankzij Yoshida-Doctrine toen de Koude Oorlog uitbrak. Het bondgenootschap verbiedde Japan er toe strijd tegen het communisme in Oost - en Zuid-Oost Azië voorrang te geven op econimische en diplomatieke ambities jegens China. Derhalve erkende Japan in september 1951 het kapitalistische Kwomintang-regime in Taipei als legitieme regering van China. Tegelijk beïndigden ze het vredensverdrag met de Communistische regering in Peking.

Dit beperkte natuurlijk de diplomatieke mogelijkheden. Tot groot spijt van de regering in Tokio , die best wel besefte dat een vijandige houding tegenover het continentale China geenssinds positief was. Ze hingen echter af van de Amerikanen , die er maarliefst 20 jaar over deden om toenadering te zoeken tot Peking. Dit besef leidde wel tot talrijke onofficiële contacten (bv. uitwisseling van economische delegaties). Dit gebeurde vooral op initiatief van de CPIFA (Chinese Administary of Foreign Affairs). Het ontving , ondanks de politieke verschillen , Japanse politici van alle partijen. Hoewel de socialisten natuurlijk het ijverigst waren om de banden met China te verstevigen. Dit zou na de Koreaanse oorlog toch leiden tot enkele belangrijke officiële projecten tussen beide landen. De voornaamste zijnde :

  • de repatriëring van Japanse Oorlogsgevangenen door het Japanse Rode Kruis (1954)
  • Akkoorden over de visserij in de Japanse Zee. (1954)

De Koreaanse oorlog (1950-1953) bracht weinig positieve verandering mee. Japan was gefocused op economisch herstel en haar buitenlandsbeleid werd volledig bepaald door Washington, zoals vooropgesteld in de Yoshida-Doctrine. China voerde een isolationistisch beleid met als doel de nationale eenheid en autonomie te versterken. Tot het eind van de jaren zestig bleef dit zo. Grotendeels dankzij de Culturele Revolutie die in China woedde en die het land niet alleen tot op de rand van een burgeroorlog dreef , maar ook het aanzien van de Japanners binnen China sterk deed dalen. Ondanks dit alles stegen binnen de LDP (Liberaal Democratische Partij van Japan) echter de spanningen tussen de Pro-Chinese & Pro-Kwomintang facties. De Pro-Chinese factie groeide aan kracht en werd hierbij gesteund door de (socialistische) oppositie. Uiteindelijk werd er unaniem voor communistisch/continentaal China gekozen. Dit zou in de Jaren zeventig leiden tot een fase van wederzijdse herkenning.


Wat zeker een invloed had op deze keuze is het feit dat Amerika achter de rug van Japan om (dat traditioneel het tussenstation was) toenadering tot China had gezocht. De adviseur van de Amerikaanse President Nixon , Henry Kissinger , bezocht in het geheim Peking in 1971. Premier Eisaku Sato wist slechts 3 minuten voor de rest van de wereld dat Amerika toenadering had gezocht tot China. Een maand later verhoogde Nixon de invoerbelastingen en voerde monetaire hervormingen uit. Deze beslissing , die de Japanse economie sterk beïnvloedde , werd tevens niet op voorhand meegedeeld aan Premier Sato. Dit aanvaarde Japan als een slag in het gezicht (vandaar de term "ofuku binta"). Het zorgde voor onzekerheid bij de Japanse regering over hun positie in de traditionele driehoek Japan - V.S. - China.

Met die onzekerheid kwam ook een zekere vrees voor China , zowel economisch als militair. China's Militaire uitgaven hadden eind jaren zestig een hoogtepunt bereikt. In 1970 besloot Japan dan toch in de voetsporen van Amerika te treden en begon het officiële gesprekken met China over het herstellen van diplomatieke & Officiële handels relaties. Het was echter pas nadat Tanaka Kakue in 1972 het presidentschap van Japan overnam van Eisaku Sato dat er vooruitgang geboekt werd.

Zodoende reisde Premier Tanaka in 1972 zelf naar China (in Nixons voetsporen) en erkende Mao's regime als het enige wettige van China , inclusief Taiwan. Dit werd bezegled door Mao & Tanaka in de "Joint Communique of the Government of Japan and the Government of the People's Republic of China” van 29 September 1972. De Chinese overheid uitte wel openlijk haar ongenoegen ovet het feit dat V.S. nog steeds instond voor de verdediging van Japan (op basis van Artikel 9 van de Japanse grondwet) en zo nog een te grote invloed uitoefende op Japan en Azië. Het samenhangende vredesverdrag van 1974 struikelde over het concept “antihegemonie” in Azië”. China eiste van Japan dat het zijn kant koos in het Chino-Russische conflict. Het Kremlin waarschuwde Japan dat , als ze hiermee akkoord gingen de relaties tussen Rusland & Japan zouden verzuren. Japan koos er dan ook voor zijn neutrale positie te behouden in dat conflict. Waardoor China de onderhandelingen over een vredesverdrag terstond stop zetten. Het begin van officiële diplomatieke betrekkingen was echter een voldongen feit.


China bedankte op zijn beurt met officiëel geen materiële en morele herstelbetalingen te eisen van Japan. Mao had inderdaad niet te klagen. De vertienjarige bezetting van China door Japan had destijds grotendeels het pad geëffend voor zijn communistisch nationalisme dat hen aan de macht had gebracht. Voor de rest bleven de historische kwesties betrekkelijk laag op de agenda. Japan zal meermaals met spijt terugkijken op deze periode. Had het in deze periode wel officiëel deze herstelbetalingen toegekend , dan had dit hoofdstuk voor goed kunnen afgesloten zijn. De Chinese overheid zou dit hekelpunt nu echter nog te pas en te onpas boven halen.

Nu de diplomatieke betrekkingen met China genormaliseerd waren werd het beleid tov China veel meer onderhevig aan de publieke opinie dan aan het verleden. De erkenning van het communistisch bewind werd in 1978 gevold door een vredes- en vriendschapsakkoord dat de volledige normalisering van de betrekkingen bezegelde. Dit zorgde voor een goed klimaat tussen de twee landen , tenminste wat economie betrof. Op diplomatiek vlak bleef het eerder koeltjes tussen de twee landen.

Economische Relaties[edit]

Het was pas vanaf 1960 dat de handel tussen Japan & China weer op gang kwam. Ervoor was er wel sporadise handel geweest , maar eerder met politieke dan economische doeleinden. (namelijk Japan onder druk zetten om de regering in Peking als de officiële te herkennen en niet die in Taipei). Het initiatief voor deze heropbloei lag bij China. Na de breuk tussen de Sovjet Unie & China (1959) trok de Sovjet Unie zijn economische experts en raadgevers terug uit China, wat resulteerde in een economische crisis in China. De regering in Peking had weinig andere keuze dan betere relaties aan te knopen met Japan om zo de crisis te kunnen bezweren.


Tatsunosuke Takashi , directeur van het Economische Plannings Agentschap van de Japanse regering , tekende een memorandum dat de economomische relaties tussen de twee landen moest versoepelen. Dit verdrag staat bekend als de "Liao-Takasaki Agreement". Het verdrag hield in dat de Japanse Export-Import medium-lange termijn rekeneningen verschafte aan de Chinese overheid om industriële faciliteiten aan te kopen. Verder mocht China een handelsmissie openen in Tokyo.

De heropleving was echter van korte duur. Enerzijds was er in China eind jaren zestig de "Culturele Revolutie". Anti-Japanse propagande vierde hierdoor weer hoogtij en Japan werd bestempeld als de lakij van de Verenigde Staten. Verder was er ook de vrees dat Japan zich zou herbewapenen. Anderzijds was Japan al een stuk onafhankelijker geworden van de V.S. en trachte het zijn eigen koers te varen.

Begin jaren zeventig was er echter opnieuw een dramatische ommekeer in dit beleid. De belangrijkste oorzaak hiervan was de hoger genoemde "Nixon Shokku" of Nixon-schok. Japan was stilaan een economische reus aan het worden ("Japan inc.") , maar de groei stagneerde stilaan. Nixons monetaire hervormingen hielpen ook niet echt. Nadat Tanaka Kakue de toenadering met China had gezocht en dit ook officiëel maakte in 1974 bloeide de handel tussen beide landen weer op. Maarliefst 28 Japanse en 30 Chinese economische en handels missies bezochten elkaars land. Verder was er vanuit China een steigende goodwill om handel te voeren onder het beleid van de nieuwe Leider van de Communistische Partij Deng Xiaoping. Hij wouw van China een markt-georiënteerd land maken en de Maoïstische invloed in het politieke leven verminderen.

In februari 1978 werd een handelsovereenkomst gesloten tussen beiden landen waarin staat dat de onderlinge handel tussen beide landen tot US$20.000.000 moest toegenomen zijn tegen 1985. Dit vooral door export van machines,technologiën,bouw materiëlen vanuit Japan , in ruil voor kool en ruwe olie vanuit China. In 1979 werd dit overambitieuze plan echter al teruggeschroeft.

Culturele Uitwisseling tussen beide landen[edit]

De Relaties tussen China & Japan onder Premier Koizumi[edit]

Politieke Relaties[edit]

Economische Relaties[edit]

Culturele Uitwisseling tussen Beide Landen[edit]

De Relaties tussen China & Japan onder Premier Abe[edit]

Politieke Relaties[edit]

Economische Relaties[edit]

Culturele Uitwisseling tussen Beide Landen[edit]

Bronnen voor ons Artikel[edit]

Website Ministerie van Buitenlandse zaken van Japan

Links[edit]

Wikinews[edit]

Onze watchlist op Wikinews

Nieuwswebsites[edit]